Teteringen, een dorp aan de rand van Breda, groeit. Één van de laatste uitbreidingen is de wijk Bouverijen die qua stedenbouwkundige opzet aansluit op het dorp. Diverse bouwkavels zijn aan verschillende ontwikkelaars gegund waardoor een mengeling van architectuurstijlen kan ontstaan.
Voor ons was de opgave duidelijk. Hoe zorgen we dat binnen de strenge regels van het bestemmingsplan en de eenvormigheid van de context een dorpse karakteristiek ontstaat in een vanzelfsprekende, haast pretentieloze architectuur?
Deze ambitie komt tot uitdrukking in het gevelprincipe dat bepaald wordt door een bijzondere compositie van openingen in de gevel. De openingen staan in juiste verhouding tot elkaar. Grote vensters verraden de leefruimte achter de gevel, het kleinste venster behoort tot de zolderkamer. De vensters van de slaapkamers zijn gemaatvoerd op de afmetingen die de regelgeving vraagt; niet meer en niet minder.
De archetypische huizen zijn gemaakt met materialen en een detaillering die afwijkt van de standaard. Crème-grijze steen in combinatie met crème-grijze beton, kozijnen met een edelmetalen uitstraling en een koperen afvoer en goot. De onderlinge samenhang van materialen geven de woningen een haast chique karakter.
De woningen nemen een bijzondere positie in ten opzichte van de omgeving. De lichte uitstraling, de fraaie materialen en de zuivere detaillering dragen hieraan bij. Ze vormen een geslaagde interpretatie van de dorpse architectuur die de omgeving vraagt zonder te vervallen in clichés.
